Ducosim
21-09-2024
Deze keer kon ik alleen in de ochtend naar de beurs en was vroeg aanwezig. Alles stond inmiddels klaar en het wachten was op de bezoekers. Deze kwamen langzaam maar zeker binnen, maar omdat er tegelijkertijd ook de Noorderspel beurs werd georganiseerd, bleef het toch redelijk rustig. Een mooi moment om veel prototypes uit te gaan proberen.
Spokes van de hand van Bert Hardeman. Binnenkort komt het spel op Kickstarter. Het spel draait om het racen op een indoor wielerbaan. De speler die als eerste drie rondjes heeft afgelegd, wint het spel. Iedere speler heeft een fiets, waarop 6 gekleurde spaken liggen. In het begin zijn dat 6 verschillende kleuren. In je beurt mag je op je wiel een van de eerstvolgende drie spaken pakken en een van de balkjes op het bord vervangen. Daarna rijd je met je fiets op het bord langs zoveel balkjes van de zojuist gespeelde kleur als kan, als je ook maar over het gelegde balkje rijdt. Eindig je op een andere fiets, dan ga je een stapje terug, maar mag je wel je slipstream kaartje omdraaien. Daarbij kan je in een volgende beurt eenmalig over een anders gekleurd balkje rijden. Het spel speelt lekker vlot en kan zelfs met 6 spelers gespeeld worden. Ik speel deze graag nog eens.
Een prototype over het (her)bouwen van een binnenstad (groen) en de buitenwijken (geel). Met kaarten reis je per boot, vrachtwagen of trein naar een aangrenzende wijk (goed plannen dus). Daar verzamel je stenen of bouw je een bouwlocatie vol. Daarmee verdien je naast punten ook nieuwe technieken op het techniekspoor. Deze heb ik niet kunnen spelen, maar het leek een leuke combinatie te zijn van bestaande elementen.
Er was ook een exemplaar beschikbaar van Gouden Tempels (999 Games), de nieuwe standalone versie van De Zoektocht naar El Dorado. Nieuwe kaarten, nieuwe symbolen, munten en diamanten.
Locus van de hand van Stan van Rooijen. Het is een flip & write spel en het gaf mij een beetje een Clever en Cartographers gevoel. Elke beurt worden er kaarten omgedraaid, eentje meer dan het aantal spelers. Te beginnen met de startspeler kiest iedereen een kaart. Daar staat een polyomino op in een bepaalde kleur. Op je invulkaart heb je 5 gebieden, voor elke kleur eentje. De vorm teken je in, waarbij je moet starten in vetomrand veld of aangrenzend aan een al eerder getekende vorm. Elk gebied levert op een andere manier punten op. In het gele gebied scoor je punten voor elke compleet gevulde rij. Het rode gebied bestaat uit 4 kleine gebieden. Elk volledig gevuld gebied levert punten op. (In het rode gebied mag je trouwens overal plaatsen.) In het paarse gebied moet je zoveel mogelijk vetomrande vakjes met elkaar verbinden en in het groene gebied moet je de groene vakjes aan het eind van de sporen bereiken. Bij het blauwe vak moet je zo hoog mogelijk zien te komen. In sommige vakjes staan symbolen, daarmee mag je extra vakjes van andere kleuren invullen of een vakje naar keuze of je verdient een muntje. Ook kun je muntjes verdienen bij sommige kaarten. Met de muntjes kun je het volgende: voor 1 muntje kun je de kleur van de gekozen kaart veranderen, met 2 muntjes kun je twee vakjes naar keuze vullen en met 3 muntjes mag je ook de niet gekozen kaart gebruiken. De score van je laagst scorende gebied, scoor je tweemaal. Stan had ook een van zijn prototypes meegenomen. Leuk om te zien. En ik wist hem zelfs te verslaan. Zit prima in elkaar.
Tot slot speelde ik nog een prototype genaamd Crumble Combat. Een vlot spelletje voor 2 tot 4 spelers van ongeveer een kwartiertje. Er zijn 3 niveaus van 7 vakjes. De middelste vakjes bevatten een diamant. Op elk niveau begin je met 1 van je figuren. Je krijgt een hand van 3 kaarten, waarvan sommige een rode rand hebben. Je rolt zoveel dobbelstenen als het aantal figuren dat je nog hebt en kent aan elk figuur een dobbelsteen toe. Je beweegt zoveel vakjes als de dobbelsteen aangeeft in een richting. Als je de rand bereikt, draai je om en keer je terug. Daarna mag je zoveel kaarten spelen als je wilt. Je kunt tegenspelers duwen of slaan of er andere dingen mee doen. Je kunt ook stukken grond kapot maken. Vanaf de derde ronde verdwijnt telkens de grond die beschadigd is. Daarna vul je je hand aan tot drie kaarten (of meer als je op diamanten staat.) Daarna begint de val-fase. Eventuele figuren die op verdwenen grond stonden, moeten zichzelf redden. Dat kan met kaarten met een rode rand. Zo gaat het spel snel heen en weer en al gauw worden er figuren weggespeeld. Wie als laatste overblijft, wint het spel. Niet heel hoogdravend, maar een snel tussendoortje, waarbij je elkaar lekker kunt dwarszitten en een beetje geluk moet hebben. De auteur is met het spel op Het Spellenspetakel aanwezig.