Calico

Spelinformatie

Titel Calico

Auteur Kevin Russ

Illustrator Beth Sobel

Uitgever White Goblin Games

Aantal spelers 1 tot 4

Leeftijd 10+

Speelduur 45 minuten

Taal o.a. Nederlands

Materiaal 4 spelersborden, 108 lapjestegels, 24 opdrachttegels, 6 zwart-witte lapjestegels, 5 dubbelzijdige kat scoretegels, 80 katfiches, 1 stoffen tegelzak, 1 scoreblok, 52 knoopfiches, 1 knoop scoretegel, 1 quiltmeester medaille

Geschreven door Ronald, 2021

Introductie

In Calico maken de spelers een mooie quilt van lapjestegels. Voor groepjes van minimaal 3 tegels met dezelfde kleur krijg je knopen en voor groepjes met dezelfde patronen trek je katten aan. Daarnaast krijgt elke speler nog 3 opdrachten. Al deze zaken leveren punten op en natuurlijk wint de speler die de meeste punten heeft verzameld.

Spelverloop

Voordat het spel begint, kies je drie katten uit (van 3 verschillende niveau's) en geef je elke kat 2 zwart-witte patronentegels. Elke speler krijgt een spelersbordje en zes opdrachttegels. Deze worden geschud en er worden per speler 4 open gelegd. Daarvan legt elke speler er 3 op zijn bord. Alle lapjestegels worden in de zak gedaan. Elke speler krijgt er 2 en er worden er 3 open op tafel gelegd.

Om beurten leggen de spelers 1 van hun lapjestegels op een lege plek op hun spelersbord. Daarna kiezen ze uit de voorraad op tafel een nieuwe tegel en tot slot vullen ze de voorraad aan tot drie door een willekeurige tegel uit de zak te trekken.

Als een speler een groepje van 3 (of meer) tegels van dezelfde kleur (inclusief de tegels op de rand van zijn spelersbordje) heeft, dan legt hij er een knoop van deze kleur op. Het is mogelijk meerdere gescheiden groepjes van dezelfde kleur te maken. Als een speler een knoop in alle zes de kleuren heeft, dan krijgt hij ook nog een regenboogknoop.

Als een speler een groepje van dezelfde patronen heeft, dan kan hij soms een kat lokken. Dit is afhankelijk van de grootte van het groepje en soms van de vorm. Dat kun je op de kattentegels zien. Is het gelukt, dan krijgt hij daarvoor het desbtreffende kattenfiche.

Tot slot probeer je natuurlijk nog je opdrachttegels te voldoen. Deze zijn van toepassing op de zes omringende tegels.

Als iedereen zijn spelersbordje vol heeft gebouwd, kunnen de punten worden geteld. Eerst scoort iedereen zijn 3 opdrachttegels. De opdracht kun je voldoen in patronen en/of kleuren. Haal je één opdracht, dan scoor je de blauwe punten, maar voldoe je aan beide, dan scoor je de gele punten. AAAA-BB betekent bijvoorbeeld dat je 4 dezelfde moet hebben en 2 dezelfde van een andere soort. Bijvoorbeeld 4 gele en 2 blauwe, zoals de opdrachttegel linksonder. Maar ook 4 veren en 2 stippen. Deze tegel levert dus 11 punten op. Verder scoor je punten voor kattenfiches (waardes variërend van 3 tot 11) en punten voor knopen (3 punten per knoop). De winnaar is de speler met de meeste punten. Bij een gelijke stand geven de katten en daarna de knopen de doorslag. De bedoeling is dan dat je de winnaar met de quiltmeester medaille op de foto zet en deelt via sociale media.

Waardering

De regels zijn simpel en snel uitgelegd. Maar de eerste keer dat je het speelt, is het eerst wel even overweldigend. Waar moet je allemaal op letten? Wat is handig om te doen? Naarmate het spel vordert, wordt je plan steeds beter, maar wordt het ook lastiger om de geschikte tegels te vinden. En als dan het spel af is, baal je een beetje dat je niet hebt kunnen bereiken wat je eigenlijk wilde. Maar dan blijk je alsnog gewonnen te hebben. Zo gaat het van stress naar frustratie naar blijdschap. Prima.

Opmerkingen Ronald

  • Een calico is een lapjeskat. Deze moet drie kleuren hebben: zwart, wit en oranje. De kat op de voorkant van de doos is helaas geen calico.

  • De eerste keer dat je het speelt kan het wel even stress geven. Je moet op zoveel dingen letten en je weet niet goed waar je moet beginnen. Naarmate het spel vordert, wordt het duidelijk wat je aan het sparen bent en neemt de frustratie toe, dat de gezochte tegels niet komen.

  • De hoeveelheid tegels die uit de zak komt, is afhankelijk van het aantal spelers. Bij 2 spelers komen er veel minder tegels uit de zak en kunnen bepaalde kleuren of patronen veel minder voorkomen. Bij 4 spelers is de doorloop van de tegels natuurlijk veel groter en is het mogelijk dat je helemaal niet aan de gewenste tegels kunt komen.

  • In het spel hebben de katten namen. Dit blijken namen van echte katten te zijn. Deze katten worden achterin het spelboekje voorgesteld. Erg leuk gedaan.

Varianten

Als je met twee spelers speelt, komen een heleboel tegels niet uit de zak. Dit kan behoorlijk wat willekeur veroorzaken. Voor gevorderde spelers is het aan te raden 1 set van 36 lapjestegels uit de zak te verwijderen, voordat je gaat spelen.

Als je het spel eenvoudiger wilt spelen, dan kun je de opdrachttegels omgedraaid op het spelbord leggen. Je kunt daar geen punten mee verdienen en de tegels zijn alleen maar obstakels op je spelersbord. Je scoort nu alleen punten met katten en knopen.

In het spelregelboek zijn ook zogenaamde prestatieladders opgenomen. Spreek van tevoren af voor welke ladder wordt gespeeld. De winnaar mag dan op deze ladder een cirkel vullen, mits hij aan de voorwaarden voldoet. Bijvoorbeeld tenminste 60 punten gehaald hebben of een regenboogknoop halen. Naarmate de ladder verder gevuld wordt, wordt het lastiger om nog cirkels te vullen.

Je kunt ook met bepaalde regelbeperkingen spelen: zo kun je afspreken dat alle lapjestegels aansluitend moeten worden gelegd of dat alleen de gele punten van de opdrachttegels kunnen worden gescoord (mits je aan beide opdrachten voldoet).

Tot slot zijn er nog enkele scenario's beschreven. Daarin worden de katten en de opdrachttegels voorgeschreven en staat er aangegeven onder welke voorwaarden je een cirkel mag vullen.